Ome Toon was een bekend dorpsfiguur. Niemand wist precies hoe oud hij eigenlijk was. Het zou zomaar kunnen dat hij allang met pensioen was, maar voor hetzelfde geld was hij veertig. Er gingen geruchten dat hij ooit had gestudeerd — iets met economie — en zelfs op een accountantskantoor had gewerkt. Maar niemand had levende herinneringen aan een werkende Ome Toon. Hij was er gewoon altijd geweest, als een vast onderdeel van het dorpsgezicht.
Gezondheid interesseerde hem weinig. Sterker nog, hij zorgde slecht voor zichzelf. Hij rookte als een schoorsteen en hij was dronken, net dronken geweest of moest nog dronken worden. Zijn lichaam was totaal uitgewoond. Bij zijn laatste gedwongen ziekenhuisopname van een jaar of vijftien geleden, vanwege een delirium, had de arts hem nog gevraagd of hij iets gebruikte voor de longen, want hij hoestte nogal. “Zware shag,” had hij gezegd. En dat was niet gelogen … Lees verder